Oudere woningen zijn vaak al voorzien van een schoorsteen. Bij nieuwbouwwoningen moet er meestal nog een rookkanaal gemaakt worden. Het bepalen van welke schoorsteen en rookkanaal het beste past in een bepaalde situatie hangt af van de kachel en de brandstof.
Met een rookkanaal wordt een kanaal bedoeld waar rookgassen doorheen gaan. Een schoorsteen is meestal een gemetseld rookkanaal. Maar er bestaan ook rookanalen van vast of flexibel pijpmateriaal van allerhande materialen zoals RVS, gegalvaniseerd, blauwgegloeid of aluminium. Bij de keuze van een kachel wordt altijd gekeken naar de kwaliteit en aanwezigheid van het rookkanaal. Een kachel of haard kan alleen goed functioneren als de schoorsteen in goede staat is en het rookkanaal goed op de kachel aansluit. De kachel en de brandstof die gebruikt gaan worden bepalen in grote mate welk rookkanaal geschikt is. Vandaar dat kachels vaak worden ingedeeld op basis van brandstof.
Ander criteria die van belang zijn bij de keuze van het rookkanaal zijn:
Bij elk type dubbelwandig rookkanaal is het noodzakelijk om deze te voorzien van een ombouw. Uit oogpunt van veiligheid dient dit te gebeuren met brandveilig materiaal.
Als eerste heeft de schoorsteen de functie om de verbrandingsgassen af te voeren naar buiten, maar ook om zuurstof te leveren aan het vuur in de verbrandingskamer. Onder in de schoorsteen wordt onder invloed van het opstijgen van houtrook een onderdruk, of te wel trek, opgebouwd ten opzichte van de omgevingslucht. De hoeveelheid onderdruk die theoretisch wordt opgebouwd is met name afhankelijk van de hoogte van de schoorsteen en het verschil tussen de temperatuur van de houtrook bij de monding en die van de buitenlucht. Bij schoorsteensystemen waarbij de onderdruk niet op basis van een natuurlijke trek wordt opgebouwd, wordt de verbrandingslucht met ventilatoren aangevoerd of wordt de houtrook met rookgasventilatoren afgezogen.
Het klinkt als een zware storm in het rookkanaal. anderen hebben het over ‘een loeiend geluid’. Van buiten zie je de vlammen uit de schoorsteen opstijgen. Schoorsteenbrand! Het loeiende geluid in de schoorsteen is de zuurstof die een schoorsteenbrand aantrekt. Een schoorsteenbrand ontstaat doordat de aanslag in de schoorsteen vlam vat. Die aanslag kan roet zijn, maar ook zeer brandbare creosoot. Nat of rot hout veroorzaakt creosoot in het rookkanaal. Dit zijn onverbrande brandstofdeeltjes die zich tegen de schoorsteenwand afzetten en kunnen aankoeken tot een teerachtige substantie. Creosoot ontbrandt bij circa 500°C. Een temperatuur die in het rookkanaal makkelijk wordt behaald.
Creosoot kan ook ontstaan als een vuur in een kachel ‘gesmoord’ wordt. ‘Smoren’ is als de luchttoevoer van de kachel wat afgeknepen wordt. er komt dan minder zuurstof bij de verbranding. Zo wordt de hitte van de kachel wat getemperd. Alleen ontstaat zo wel een onvolledige verbranding, waardoor creosoot meer kans krijgt. Een schoorsteenveger schraapt met een stalen borstel de wand van de schoorsteen schoon. als de creosoot erg vast zit, is een ‘ramoneur’ nodig waarmee de creosoot van de wand wordt verwijderd.
Genieten van je kachel of haard en tegelijkertijd het risico op brand verkleinen, kan door te stoken volgens de omgekeerde methode. Dit wordt ook wel de Zwitserse methode genoemd. Deze stookmethode zorgt voor minder aanslag in de schoorsteen. Door het vuur van boven naar beneden te geleiden, komen er minder schadelijke stoffen vrij. Houd de luchttoevoer open, ook als het vuur uit is. Pas als de blokken niet meer zichtbaar gloeten, kan de luchttoevoer dicht.
"*" geeft vereiste velden aan